Opwaarts en niet vergeten

(Links voor beginners)

‘Ik wil weten of je een scheppend dan wel een doorgevend mens bent,

in enigerlei opzicht: als scheppende behoor je tot de vrijen,

als doorgever ben je hun slaaf en hun werktuig.’

(Friedrich Nietzsche)

Door Frank van Empel

Dinsdag 8 augustus 2017

Slechts 10% van de mensen bezit een min of meer samenhangend wereldbeeld of voelt de behoefte daaraan. Althans: dat stelt de Belgische wetenschapper, filosoof, milieuactivist en kunstenaar Willy Weyns in 1995 in Het gras onder onze voeten. Voor conservatieve politici is dit geen probleem. Die willen immers toch niks nieuws scheppen, hooguit kapot maken wat anderen gecreëerd hebben, zoals Trump met Obama care. Rechts[1] cultiveert het vijandbeeld, waarbij alle mogelijke bedreigers van het zoete, lieve, roomse leven op één hoop worden gegooid en de schuld krijgen van alle problemen: illegale immigranten, criminelen, islamieten, chinezen, journalisten, voorstanders van abortus en euthanasie, et cetera. ‘Links is de weg kwijt,’ zeept rechts hen nog eens in. En de sociaaldemocraten ocharm, zij troosten zichzelf met de gedachte dat ze kennelijk nog een weg hebben, ook al zien ze die niet liggen en is het gras onder hun voeten al lang en breed weggemaaid.

Het geheim is, dat links de weg naar de macht nog nooit gevonden heeft. Althans: niet in Nederland. Dat blijkt uit de volgende tabel onder de tussenkop Krachtsverhoudingen.

Krachtsverhoudingen

De indeling is gebaseerd op de gangbare indeling, waarbij D66, PvdA, GroenLinks (en haar voorlopers PPR i, PSP i, CPN i en EVP i), alsmede de SP i en de Partij voor de Dieren als ‘links’ worden beschouwd en de overige partijen als ‘rechts’. Ook DENK wordt als linkse partij beschouwd. Het aantal zetels in de Tweede Kamer – de volksvertegenwoordiging – bedraagt 150.

jaar             links           rechts

2017              64                 86

2012              71                 79

2010              67                 83

2006             68                  82

2003              65                 85

2002              49               101

1998              75                 75

1994              68                 82

1989              67                 83

1986              64                 86

1982              62                 88

1981              70                 80

1977              67                 83

1972              65                 85

1971              60                 90

1967              53                 97

1963              51                 99

Historisch perspectief

Tot de Tweede Wereldoorlog betekende ‘rechts’ confessioneel en ‘links’ niet-confessioneel. Zowel de liberalen als sociaaldemocraten werden tot ‘links’ gerekend. Nederland kende sinds het einde van de negentiende eeuw de zogenaamde ‘rechtse’ coalitie, het samenwerkingsverband van de katholieke en protestantse partijen.

Slechts in enkele uitzonderingsgevallen werkten de beide stromingen samen in een kabinet. Voor de sociaaldemocraten duurde het zelfs tot 1939 voor de rechtse partijen bereid waren om samen met hen een kabinet te vormen.

Na de oorlog werden wel kabinetten van ‘rechts’ (confessionelen) en ‘links’ (sociaaldemocraten) gevormd. De oude indeling werd toen steeds meer vervangen door een rechts-links tegenstelling van conservatief en progressief, die een hoogtepunt bereikte in de jaren zestig en zeventig. Partijen als VVD en PvdA sloten uit dat zij met elkaar in een kabinet zouden samenwerken. Die polarisatie duurde tot begin jaren tachtig. Ook al mochten sommige linkse partijen af en toe even aan de macht ruiken, echt meetellen deden ze niet. Nooit kwamen ze onder de druk van rechts uit.

Dat komt omdat links nooit een antwoord had op het simpele adagium van rechts: ‘Wie niet voor ons is, is tegen ons en dus een vijand, die het zoete, rijke, roomse leven bedreigde. Wat ligt er meer voor de hand, dan de rollen om te draaien en als adagium van links te kiezen: ‘Wie niet tegen ons is, is voor ons’?

Heersende gedachte

Als hoofdthema (heersende gedachte) voor een links verhaal zou men de omschakeling kunnen nemen van een psychologie van het gebrek naar een psychologie van de overvloed. Volgens de beroemde psycholoog Erich Fromm is dit één van de belangrijkste stappen in de menselijke ontwikkeling. Een psychologie van het gebrek verwekt angst, afgunst en egoїsme. Een psychologie van de overvloed leidt tot initiatief, geloof in het leven en solidariteit. Niet voor niets stond rechts de vijand in tijden van gebrek toe om mee te regeren. PvdA-leider Joop den Uyl liep in korte tijd tweemaal in deze val. De eerste keer, in de periode 1973-1977, was er een gebrek aan olie en mocht hij als minister-president het volk overhalen de broekriem aan te halen.

De tweede maal kampte hij als minister van Sociale Zaken (1980/1981) met een gebrek aan werk en welvaart. Zodra er weer wat te verdelen was, werd links bedankt en afgedankt. De Romeinen hadden hier een mooie spreuk voor: Verdeel en Heers. Een andere les van de Romeinen was: geef het volk brood en spelen. Niet voor niets was Mark Rutte er afgelopen zondag als de kippen bij om mee te profiteren van de Oranjekoorts (EK voetbal dames). Rechts weet dit soort dingen altijd beter uit te buiten dan het op dit vlak toch wat onbeholpen links.

Politieke lessen

Politieke macht bereik je niet door te argumenteren. Dat had links in 1882 al kunnen opsteken van de Duitse filosoof Friedrich Nietzsche. ‘Wat wij zonder argumenten hebben leren geloven,’ stelde deze ijskoud vast, ‘is het moeilijkst met argumenten aan het wankelen te brengen.’[1] Het is ook geen kwestie van presentatie. Nietzsche: ‘Hij (lees: de linkse politicus) heeft geleerd zich uit te drukken – maar sindsdien gelooft men hem niet meer. Men gelooft alleen de stamelaars.’

Nietzsche waarschuwt ook voor de val van rechts om ideeën in detail vast te willen leggen. Dat getuigt van wantrouwen. En rechts zal als eerste klaar staan om links met het geheven vingertje te wijzen op z’n tekortkomingen. Nietzsche: ‘Laat je leven een uitproberen zijn – laat je welslagen en falen een bewijs zijn: zorg er echter voor dat de mensen weten wat je hebt uitgeprobeerd en bewezen.’ Met andere woorden: claim je successen en laat je niet de kaas van het brood eten.’

Omschakelen

Een willekeurige, middelmatige voetbalcoach weet wel weg met de deplorabele situatie waarin links verkeert. ‘Probeer met man en macht – en desnoods met zware overtredingen – onder de druk van rechts uit te komen, verover de bal en schakel om naar je eigen heersende gedachte.’ Kies voor de overvloed.

De overvloed aan zonneschijn bijvoorbeeld, die met behulp van panelen omgezet kan worden in elektriciteit.

De overvloed aan financiële middelen bijvoorbeeld, die anders gericht kan worden en worden omgezet in meer koopkracht voor de massa in de vorm van een individueel recht op een basisinkomen.

De overvloed aan jonge, talentvolle mensen, die naar ons toekomen vanuit de hele wereld, op zoek naar een paspoort en een veilige haven.

De overvloed aan technische kennis, die maakt dat machines het vuile werk van ons over kunnen nemen.

De overvloed aan verbeelding.

‘Als scheppende leef je van jezelf weg – je houdt op jouw tijdgenoot te zijn.’ Aldus sprak Nietzsche. ‘De (behoudende) mens is een wezen dat overwonnen moet worden. Wat hebt gij gedaan om het te overwinnen? Tot nu toe schiepen alle wezens iets boven zichzelf uit.’  (…) ‘Niet slechts voortplanten moet gij u, doch opwaarts!’ (…) ‘Een hoger lijf moet gij scheppen, een eerste beweging, een uit zichzelf voortrollend rad, – een scheppende moet gij scheppen.’[2]

Buig de lessen van Nietzsche – ten onrechte misbruikt door extreem rechts in de jaren 30 van de vorige eeuw – Fromm,  de Romeinen en andere scheppende scheppers naar je toe en trek er lering uit. Met een knipoog naar de Internationale:  Opwaarts en niet vergeten.

[1] Friedrich Nietzsche, Nagelaten Fragmenten, deel 4, juli 1882.

[2] Friedrich Nietzsche, Aldus sprak Zarathoestra.

[1] Met ‘rechts’ wordt hier bedoeld: ‘conservatief, behoudend’. ‘Links’ is: ‘progressief, veranderingsgezind’.

Dit vind je misschien ook leuk...