- Ecolutie - https://www.ecolutie.nl -

Van Zorg naar Zelfhulp

[1]De transformatie van zorg naar zelfhulp, bijvoorbeeld bij de ziekte van Parkinson, past in de bredere maatschappelijke trend van een joint effort society [2]; meer zelf doen en samen doen. Om deze ontwikkeling te laten slagen, moet wel voorzichtiger omgesprongen worden met het sociale en culturele kapitaal dat ooit van Nederland een oase in de wildernis maakte.

Frank van Empel voor Ecolutie

Rijke landen investeren over het algemeen meer in menselijk kapitaal, onderwijs, voeding, gezondheidszorg, et cetera, dan arme landen. Het politieke gekrakeel over de bezuinigingen in de zorgsector roept echter een tegengesteld beeld op. Er is sprake van een rijk land, dat handelt alsof het armlastig is. Een nogal kortzichtige en mechanische politiek. Het terugdringen van tekorten bij de overheden, het onderwijs en de zorg, kan leiden tot de ondermijning van het in de 20e eeuw zorgvuldig opgebouwde sociale en culturele kapitaal. Juist dit kapitaal onderscheidt Nederland van de meeste andere Europese en niet-Europese landen.

Sociaal kapitaal is een spontane, sociale orde (niet van bovenaf opgelegd), die het vermogen van individuele Nederlanders weergeeft om als groep of organisatie gemeenschappelijke doelen te realiseren, alsmede nieuwe samenwerkingsverbanden op te zetten en oude, zonder noemenswaardige conflicten, te ontmantelen. Dat heeft geleid tot een gezondheidszorg (voor het onderwijs geldt iets soortgelijks) die helemaal niet zo slecht is als de meeste mensen denken.

Zieke Hersenen

Nederland heeft het laagste aantal artsen, medisch specialisten en ziekenhuisbedden per duizend inwoners van Europa. Met een beslag van 3,7% op het bruto binnenlands product (bbp) scoort Nederland ook in financieel opzicht het beste in de categorie ziekenhuiszorg, huisartsen en specialisten. Het betreft hier echter slechts een kwart van de totale uitgaven voor zorg, ad €90 miljard per jaar. Dat de uitgaven voor zorg uit de hand dreigen te lopen, is met name te wijten aan de langdurige, ondermeer via de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gefinancierde, zorg. Eén van de ziekten die voor de toekomst de meeste zorgen baren, zijn de hersenziekten. In Nederland bedroegen de directe kosten van hersenziekten in 2004 al bijna 18 miljard euro. Dat zal als gevolg van de vergrijzing alleen maar méér geworden zijn. In feite is het niet zozeer een Nederlands als wel een Europees probleem.

Hersenziekten nemen 38% van de totale ziektelasten in Europa voor hun rekening. In Europa kampen maar liefst 127 miljoen mensen in enigerlei mate met dit ongemak. Geschatte kosten: €400 miljard per jaar. De meest voorkomende hersenaandoeningen zijn beroertes, depressies, de ziekte van Alzheimer, alcoholisme, schizofrenie, migraine, drugsverslaving, angststoornissen, epilepsie en de ziekte van Parkinson. Pierre Pollak, een Franse neuroloog uit Bordeaux, pleit ervoor om in elk land, of ‘zelfs in elke regio’ van de Europese Unie een multidisciplinair centrum op te richten ‘waar zowel moleculair onderzoek als de behandeling van patiënten met de ziekte van Parkinson kan geschieden’.

Vanuit dergelijke multidisciplinaire centra nemen Parkinson Disease specialisten de zorg voor de patiënten op zich: neurologen, huisartsen, chirurgen, verpleegsters, logopedisten, kinesitherapeuten, enzovoort. ‘Het is belangrijk om centra op te richten waar met en rond de patiënt/opdrachtgever gewerkt wordt,’ aldus Pollak (28 februari 2008).

Pollak gaf deze wijze raad tijdens een tweedaagse ideeënuitwisseling in Brussel, in een ongunstig tijdsgewricht, waarin Europa werd overspoeld door een economische crisis, die de zorgkosten in procenten van het bruto binnenlands product (bbp) omhoog joeg en politici aanzette tot de ene bezuinigingsronde na de andere. Voor zover er al enige  systematiek in de overgereguleerde zorg zat, raakte die volledig zoek door alle ad hoc ingrepen, met als gevolg een systeemcrisis: alleen een select gezelschap van insiders weet hoe het zorgsysteem in elkaar steekt. Dat komt de maatschappelijke acceptatie niet ten goede. Bovendien worden budgettering (het loket sluiten, zodra de gereserveerde pecunia ‘op’ zijn), hogere premies en een oplopend eigen risico in economisch belabberde tijden als onrechtvaardig ervaren door consumenten. Heb je dringend geld nodig en dan pakken ze nóg meer van je af, waardoor het huishoudboekje steeds meer rode getallen te zien geeft.

Solidariteit

Van het huishoudbudget gaat momenteel gemiddeld 22% op aan zorg en 18% aan wonen. Vanuit het perspectief van de vraag is er nog veel meer sprake van een crisissituatie dan vanuit het perspectief van het aanbod. De farmaceutische industrie, de apothekers, de verzekeraars, de huisartsen, specialisten, ziekenhuizen, allemaal hebben ze één ding gemeen: ze berekenen hun kosten door aan de afnemers van zorg, c.q. de belasting- en premiebetalers, die amper weten wat ze voor hun geld terugkrijgen. Bij een sinds 1982 stagnerende reële loonontwikkeling duwen oplopende premies voor allerlei verzekeringen de 6,4 miljoen economisch actieven in Nederland in de rode cijfers. Ze moeten zelf schulden maken om 4,6 miljoen inactieve inkomensgerechtigden in 2013 van een uitkering te voorzien. Een toppunt van solidariteit! Maar ook een geluk bij een ongeluk. Als een meerderheid van stemgerechtigde Nederlanders zou beseffen hoe de bezem aan de steel zit, dan zou het wel eens gauw uit kunnen zijn met de lieve vrede. Om de onvrede vóór te zijn, is het zaak om snel actie te ondernemen.

‘Het algemeen belang vraagt van alle partijen dat zij over hun eigen schaduw heen kunnen stappen om gezamenlijk een groter doel te bereiken,’ schrijft directeur Hans Oosting van revalidatiecentrum CIR in Zwolle juli 2011 in een blog. ‘De echte vraag is of we bereid zijn tot hervormingen in de zorg, of dat we achterhoedegevechten blijven voeren in opeenvolgende bezuinigingsronden. De ondertiteling van deze vraag is of we kiezen voor een model waarin iedereen slechter af is, en de zwakkeren in de samenleving het meest, of dat we de visie en de moed hebben om oude patronen los te laten en een nieuwe structuur te bouwen. Een nieuwe structuur met andere prikkels. (…) Feitelijk is wat mij betreft de vraag opportuun of we het zo kunnen organiseren dat niemand slechter af is. Dat klinkt in het huidige tij wellicht vreemd, maar wanneer je een nieuwe structuur zou bouwen met fundamentele verandering gericht op de koppeling tussen kwaliteit en kosten, dan moet er iets anders mogelijk zijn dan het monster dat we nu gezamenlijk hebben gecreëerd. Dan kunnen we ook eens kijken naar de maatschappelijke kosten van de zorg. Die zijn, volgens diverse onderzoeken, een factor 4 hoger dan de zorgkosten an sich. Als je dat afzet tegen bezuinigen … dan klinkt dat laatste toch wel heel armzalig …’

De stijgende belasting- en sociale premiedruk zorgt er voor dat er van elke extra verdiende euro steeds minder overblijft om vrij te besteden. Dit fenomeen doet zich al voor sinds 2008. Inmiddels is in Nederland dan ook sprake van flinke binnenlandse onderbesteding, die noopt tot bestedingsimpulsen en juist niét tot bezuinigingen. Die verergeren de situatie waarin de 16 miljoen Nederlanders verzeild zijn geraakt.

Vraag gestuurde Zorg

Eén manier om de toename van de collectieve lastendruk tegen te gaan en op lange termijn wellicht de kosten van ziekten (en andere kwalen) te verminderen is door middel van vraag gestuurde zorg, waarbij de patiënt het commando over zijn lichaam, geest en portemonnee overneemt van de medici, de pillenmakers, pillendraaiers, verzekeraars, de wetgevers, de vele instituties, de netwerken van aanbieders van zorg…etc.

De zorg wordt hierdoor weer menselijk. De mens keert terug in de zorg, zowel aan de vraag als aan de aanbodzijde van de markt. De vragers van zorg hebben nu immers de mogelijkheid om een andere aanbieder te kiezen. De vragers van zorg worden bovendien geprikkeld om niet meer slaafs de voorschriften van de geneeskundige specialisten te volgen, maar hun vermogen tot zelfgenezing aan te spreken en aan te vullen met zorg op maat. Een verandering van perspectief die vergaande consequenties heeft voor de professionele hulpverleners in de zorg en voor de farmaceutische industrie.

Een derde van alle genezingen is terug te voeren op het vermogen van het menselijk lijf en van de menselijke geest om zichzelf te genezen.[1] [3] In de toekomst zullen dan ook andere medicijnen worden voorgeschreven. Medicijnen die informatie ophalen in het lichaam en die informatie aanwenden  om veranderingen door te voeren. Dergelijke ‘informational medicine’ helpt het lichaam te genezen op basis van informatie die het lichaam zelf aandraagt. Heel anders dan de oude pillen en poeders met een chemische samenstelling, waarbij je maar moet afwachten hoe het lichaam erop zal reageren. Door in te grijpen in een systeem, verander je dat systeem. Met als gevolg: het lichaam krijgt verkeerde signalen en reageert dus ook verkeerd. Op een gegeven moment weten de artsen het ook niet meer. Ze schrijven medicijnen voor, op hoop van zegen, om de patiënt de indruk te geven dat die hier te maken heeft met iemand die de zaak volledig onder controle heeft. Hetgeen niet het geval is.

Natuurlijk bezuinigen

De patiënt krijgt bij de aanbod gestuurde zorg onnodig veel dure medicijnen toegediend, door artsen die werken volgens de botte trial-and-error methode en die patiënten op laten nemen in dure ziekenhuizen en klinieken, om de effecten van al die medicijnen en overige behandelingen te kunnen meten en observeren. Elke mens is anders, reageert anders op medicijnen en therapieën en voelt dat zélf het best. De medische staf gaat er onbewust vanuit dat zij alle wijsheid in pacht heeft en behandelt patiënten als proefdieren in een laboratorium. De meeste patiënten berusten in hun afhankelijke rol en laten zich kritiekloos van alles en nog wat voorschrijven (uitzonderingen niet te na gesproken). Alle negatieve bijwerkingen nemen ze voor lief.

Door patiënten een actieve, initiërende rol te geven, kantelt het hele systeem. Bij de ziekte van Parkinson wordt hiermee voorzichtig geëxperimenteerd. Verlichte, kritische medici vragen zich af of al die op goed geluk toegediende combinaties van tabletten en capsules niet (minstens) evenveel kwaad als goed doen, zeker op de lange termijn. Het onderzoek wordt in toenemende mate verlegd naar ‘neuroplasticiteit’ en ‘neural feedback’, twee ‘doe-het-zelf’ benaderingen, die de bal bij de zorg vrager leggen. Méér hersenonderzoek in die richting zou uiteindelijk kunnen leiden tot lagere ziektelasten en méér maatschappelijke vitaliteit, maar zal in eerste instantie het beslag op financiële middelen nog wat verder omhoog jagen. Dat moet dan maar op de koop toe genomen worden.

Meer hersenonderzoek is op zichzelf ook belangrijk omdat het inzicht geeft in normale hersenfuncties zoals waarnemen en leren.[2] [4] De doe-het-zelf filosofie sluit aan bij een totaal andere benadering van het menselijk lichaam. Dat lichaam en de psychische gesteldheid van de patiënt/opdrachtgever worden niet meer opgesplitst in afzonderlijke delen, die vervolgens aan een diepgravende, maar partiële analyse worden onderworpen, maar worden in hun geheel en in een omvattende en overstijgende context, bezien. Als de productie van dopamine in een bepaald deel van de hersenen stokt, wil dat niet zeggen dat andere delen van de hersenen die functie niet over zouden kunnen nemen. Als de delen van een lichaam niet worden gezien als afzonderlijke entiteiten, maar als knooppunten in een netwerk, dan was al lang iemand op het idee gekomen dat andere delen van het netwerk de leemte in principe zouden moeten kunnen opvullen.

Tussen Hoop en Vrees

Tot voor kort werd er vanuit gegaan dat aftakeling van de hersenen het onvermijdelijke noodlot van het ouder worden is. Dat je geheugen je in de steek laat, de angst toeslaat en de productie van dopamine progressief afneemt, werd aangenomen als vaststaand feit. De hersenen van de mens hebben zich gedurende miljoenen jaren gevormd tot wat ze nu zijn. Als de dieper liggende, primitieve hersenen (het reptielenbrein – ofwel de hersenstam – en het limbisch systeem) kuren vertonen, dan heb je pech, want dat valt in een enkel mensenleven niet te repareren. Dat dachten de aanhangers van Charles Darwin’s evolutietheorie ten minste. Je wordt geboren met een unieke genetisch bepaalde mix van eigenschappen (DNA) en hebt het daar maar mee te doen. Een dergelijke visie leidt tot gelatenheid en berusting bij patiënten, die met medicijnen op de been worden gehouden. De farmaceutische industrie vaart er wel bij, maar de patiënt wordt volledig onnodig een doodlopende straat in gemanoeuvreerd. Volledig onnodig, omdat op deze manier geen gebruik gemaakt wordt van de veerkracht en het zelf herstellend vermogen van het menselijk brein. Er is maar één partij gevoelig voor dit argument: de patiënt. De strijd tegen de grootmachten lijkt al op voorhand verloren, dit gecombineerd met de angst voor de ziekte, leidt er maar al te vaak toe dat die patiënt zich overgeeft aan berusting en apathie.

Machtige Gedachten

Er wordt momenteel echter veel onderzoek gedaan naar hersenziekten, dat veelbelovende alternatieven oplevert voor de apathie, gelatenheid en uitzichtloosheid van de doodlopende straat. Nieuw wetenschappelijk onderzoek toont aan dat nogal wat genen elke dag aan en uit worden gezet door je gedachten, gevoelens en levensinstelling. Elke gedachte die je hebt, wordt door je lichaam opgevangen en beïnvloedt je immuunsysteem, hersenen en hormonaal stelsel. Dawson Church, auteur en redacteur van verschillende boeken op het gebied van gezondheid, psychologie en spiritualiteit, laat in zijn boek ‘Je geniale genen, DNA en de biologie van intentie’, zien hoe je door middel van gedachten en gevoelens weer meester kunt zijn over je eigen gezondheid, waardoor je vitaler en gelukkiger wordt. ‘Je geniale genen’ bevat meer dan 300 wetenschappelijke onderzoeken en slaat een brug tussen genetica en gezondheid.[3] [5] Tegenover de destructieve bijwerkingen van een progressief medicijngebruik past als tegenwicht een constructieve benadering die het medicijngebruik tempert en compenseert door gebruik te maken van de natuurlijke mogelijkheden (capabilities) van de hersenen. Weliswaar sterven er dagelijks onnoemelijk veel hersencellen af, of  worden van ‘on’ naar ‘off’ geschakeld door bepaalde genen, maar er komen ook hersencellen bij (neurogenesis) en het brein kan getraind worden om nieuwe verbindingen te maken en zodoende flexibeler te werken (neuroplasticiteit).

Twee recente ontwikkelingen vallen met name op:

  1. De onweerstaanbare opkomst van ‘real-time neural feedback’. Patiënten worden daarbij in een MRI-scanner geplaatst, die traceert waar in de hersenen de motoriek van het bewegingsapparaat (armen, benen, handen, voeten) wordt gecoördineerd en aangestuurd. De hersenactiviteit wordt gemeten en zichtbaar gemaakt voor de betreffende patiënt, zodat die louter door anders te denken de hersenactiviteit kan verleggen naar andere delen van de hersenen. Het doel van deze exercitie is ‘zelfregulering van hersenactiviteit’, of, met andere woorden: het met behulp van denkkracht activeren van die delen van de hersenen die geassocieerd worden met beweging van het lichaam.
  2. De introductie van het begrip ‘neuroplasticiteit’, dat op méér betrekking heeft dan alleen beweging. In feite gaat het hier om het verhogen van de kwaliteit van leven, bijvoorbeeld door het reduceren van chronische stress met behulp van mindfulness training (meditatie), ontspanningsoefeningen, rekken & strekken, dansen en stress management technieken (Yoga, Tai chi).

Plasticiteit

De term ‘neuroplasticiteit’[4] [6] impliceert een totaal andere, dynamische, vraaggestuurde benadering van hersenziekten dan de op medicijngebruik ingestelde, reactieve, statische, supply side benadering. De dynamische, vraaggestuurde benadering omvat onder meer de volgende aspecten:

  1. De hersenfuncties worden niet langer afzonderlijk beschouwd, maar gezien als onderdelen van een geheel – een netwerk waarbij elke hersen- en zenuwcel in verbinding staat met alle andere hersen- en zenuwcellen, zodat die elkaars functies kunnen overnemen. Nog niet geprogrammeerde (stam)cellen aan de periferie kunnen geactiveerd worden en desgewenst functies overnemen van hersencellen in de oudere, dieper liggende lagen. Hersencellen die ‘uit’geschakeld zijn, kunnen worden ‘aan’gezet.
  2. Nieuwe ervaringen leiden tot reorganisatie van de hersencapaciteit, tot nieuwe verbindingen, tot inschakeling van werkloze (uitgeschakelde) hersencellen en zelfs tot veranderingen in de genen. Dat gaat soms vanzelf. Maar je kunt het ook afdwingen door je lichaam en geest  (body & mind) voortdurend uit te dagen om iets nieuws te ondernemen. Niet toegeven, niet kiezen voor de doodlopende weg, maar zorgen dat je brein zich voortdurend aanpast. De technische term voor dit hoopgevende fenomeen is niet voor niets ‘adaptieve neuroplasticiteit’: het vermogen van de hersenen om zich aan te passen d.m.v. dynamische reorganisatie van hersencellen.[5] [7] Een ervaringsfeit is bijvoorbeeld, dat trillende handen tot rust komen, zodra er iets interessants gebeurt, zoals het lezen van een spannend boek, het bestuderen van interessante materie, of een onverwachte reis naar onbekend gebied.
  3. Fysieke en mentale activiteit zijn goed voor de hersenen, omdat ze neuroplasticiteit gerelateerde veranderingen uitlokken en stimuleren in het Central Nervous System (CNS, hersenen + ruggengraat). Op langere termijn is dit beter voor lichaam en geest van PD-patiënten dan medicijnen, die leiden tot gewenning en almaar hogere doses, alsmede tot allerlei bijwerkingen die dienovereenkomstig in intensiteit toenemen. De hier bepleite, nieuwe benaderingswijze leidt tot minder medicijngebruik en daardoor tot lagere kosten voor gezondheidszorg. Het leidt ook tot een hogere kwaliteit van leven, meer welvaart (productie per capita) en dus tot hogere opbrengsten voor de samenleving als geheel. De farmaceutische industrie wordt geprikkeld om onderzoek te doen naar informatiegerichte en medicijnen, waardoor ook voor deze bedrijven een hele nieuwe wereld open gaat.

Bestedingsimpuls

De transformatie van zorg naar zelfhulp sluit perfect aan bij andere trends in de maatschappij die ervan uitgaan dat burgers en bedrijven meer zelf ondernemen, zodat de overheid zich weer meer toe kan leggen op traditionele overheidstaken, zoals de zorg voor de armen, inkomensherverdeling, toegang tot onderwijs, veiligheid en buitenlands beleid. Deze doe-het-zelf samenleving kunnen we aanduiden als een joint effort society [2]. De opbouw van zo’n burgermaatschappij vereist investeringen in plaats van bezuinigingen, vergt het verder opbouwen van een sociaal en cultureel kapitaal, in plaats van het ontmantelen daarvan. Zo’n investeringsbenadering is bovendien precies wat de Nederlandse economie nodig heeft om de onderbesteding te bestrijden.

Ecolutie, januari 2014


[1] [8] Bruce H. Lipton Ph.D in de film The Living Matrix.

[2] [8] Europees Tijdschrift voor Neurowetenschap, pp. 1–24, 2006. Brontoekenning aan hersenonderzoek in Europa – een volledig verslag. P. Sobocki,  Karolinska Institutet, Stockholm, Zweden , I. Lekander, S. Berwick, Stockholm Health Economics, Vasagatan 38, SE-111 20 Stockholm, Zweden ,J. Olesen, Afdeling Neurologie, Glostrup Ziekenhuis, Universiteit van Copenhagen, Copenhagen, Denemarken  and B. Jönsson, Economische Hogeschool van Stockholm, Stockholm, Zweden. Sleutelwoorden: Hersenstoornissen, hersenonderzoek, kosten-baten, Europa, financiering, RABRE.

[3] [8] Dawson Church, Je geniale genen, DNA en de biologie van intentie, uitgeverij Ankh-Hermes BV, Deventer, 2009.

[4] [8] Plasticiteit is net als plastic: makkelijk te (her)vormen.

[5] [8] Arlène D. Speelman,  Promotion of Physical Activity in Parkinson’s  Disease, Feasibility and effectiveness, Proefschrift,  verdedigd op 6 maart 2013, Radboud Universiteit Nijmegen, p.19.