Wild en Vrij

Heel mijn leven fascineren die twee woorden mij al. Wild en Vrij. Onkruid trekt mij meer dan een gecultiveerd bloemperk. Wilde meisjes, wilde haren, een vrij bestaan, ongerepte natuur, ongebaande paden, 24 (uur per dag) in plaats van 925 (nine-to-five).

De beste literaire waarschuwing: ‘En hij wist het best, de zwarte nachtschade was een der mooiste en wildste bloemen, maar ook een der meest giftige’ (Louis Paul Boon). Altijd in het achterhoofd, maar vaak in de wind geslagen.

De mooiste songtekst ooit geschreven, die van Mick Jagger:

Don’t question why she needs to be so free

She’ll tell you it’s the only way to be

She just can’t be chained

To a life where nothing’s gained

And nothing’s lost

At such a cost

Een tekst overigens die ik niet kon zingen, maar wel spelen. En dat maakte al indruk genoeg. Met name op de meisjes waar ik naar neigde.

De wegen der vrijheid van Jean Paul Sartre, slecht geschreven, maar onweerstaanbaar voor mij, amper 16, 17 jaar oud, drijven mij deze kant uit.

Vrij wild.

Ik wist niet waarom dat wilde mij trok, tot ik onlangs op Gary Snyder stuitte, een 80 jaar oude dichter/schrijver. Beat Generation, kameraad van Jack Kerouac en Allen Ginsberg, geboren in San Francisco, Zen boedhist, milieuactivist, counterculture hero, die de biotopen ten Noorden van Big Sur (de plaats waar Henry Miller, een andere held, verbleef) op zijn duim kent. Schijnbaar achteloos pende hij een aantal dimensies van de natuur en de samenleving op papier en schreef er bij wat de menigte níet is. Waardoor je meteen aanvoelt wat wild wél is, zonder dat je er een definitie van kunt geven, of hoeft te geven.

Bij dieren staat wild voor niet tam, niet verhuisdierlijkt, onhandelbaar.

Bij planten voor niet gecultiveerd.

Bij land voor onbewoond en ongecultiveerd.

Bij gewassen voor: ambachtelijk geproduceerd of voortgebracht.

Bij samenlevingen voor onbeschaafd, ruw, weerstand biedend aan elk bevoegd gezag (zeg maar gerust: anarchistisch).

Bij individuen staat wild voor ongedwongen, onbeteugeld, aan niets en niemand ondergeschikt, losbandig, los. (Zoals ik mij zelf graag zie).

Bij gedrag, negatief geformuleerd, voor geweldadig, destructief, lastig, onstuimig. (Niet mijn ding, op onstuimig na misschien, maar ik sluit niet uit dat anderen mij wél als een lastige ontregelaar van processen, structuren, systemen en culturen ervaren).

Anyway, positief geformuleerd klinkt het een stuk beter: echt, onschuldig, vrij en spontaan.

Achteloos is Snyder overgegaan op een directe formulering. Wat is het wél, in plaats van wat zijn de meeste mensen en dieren, planten en dingen niét.

Zo bezien groeit bij een wilde samenleving de maatschappelijke orde van binnen uit en wordt die orde gehandhaafd door consensus en gewoonte(recht) en niet zozeer door expliciete wet- en regelgeving.

Het gaat hier vaak om gemeenschappen waar het economische systeem een hechte, duurzame band onderhoudt met het lokale ecosysteem.

Individuen, zo verneem ik met plezier, volgen de lokale gewoonten, gebruiken, stijl en etiquette zonder zich te bekommeren om het standaard gedrag in de metropool of bij de dichtst bijzijnde handelspost. Niet bang, onverveerd. Niet gauw te intimideren, onafhankelijk. Trots en vrij. Ik raak op dreef en verzin er termen bij die Gary Snyder ook gebruikt zou kunnen hebben… Weerstand biedend aan elke vorm van onderdrukking. Geen genoegen nemend met beperkingen (lichamelijk, noch geestelijk, noch qua omstandigheden, denk ik erbij) en al helemaal niet met uitbuiting.

Voor wat betreft het gedrag is wild: ongemaakt, ongeconditioneerd, expressief, fysiek, openly sexual (dat klinkt in het Engels heftig en toch netjes) en last but not least: blij.

Heel wat anders dus dan de meeste Nederlanders, die stug, volgzaam, weinig sprankelend, berekenend, risicomijdend, bekrompen, burgerlijk, conventioneel, tam, aangepast en nogal benepen zijn. De goede uitzonderingen daargelaten, die ik tot mijn vrienden reken, is dit mijn dominante observatie, gebaseerd op ruim een halve eeuw participerend onderzoek. Vooral politici, rechters en uitvoerders van andermans orders (ambtenaren, lakeien, broodschrijvers, militairen, terroristen, veel voetballers, brave huisvrouwen en volgzame kinderen).

Ah, wat is het fijn om vrij en wild te willen zijn en in de illusie te geloven dat jij wél in staat bent om systemen, processen en structuren naar je hand te zetten. Ter meerdere eer en glorie van de mensheid, die onder jouw inspirerend leiderschap – gebaseerd op voorbeeldwerking (be the change you want to see in the world) – spontaan overschakelt op een duurzame ontwikkeling met alleen maar winnaars.

Nooit meer verliezen. Dat moet zelfs de boekhouder, de bankier en de advocaat aanspreken. Daarom tendeert de hele maatschappij uiteindelijk in de richting van wild en vrij. En als dat toch zo is, laten we dan alvast maar een voorschot nemen. (Frank, 31 maart 2010).

Dit vind je misschien ook leuk...