- Ecolutie - https://www.ecolutie.nl -

Strijd tussen Vrijheid en Autoriteit, deel I

[1]

De terroristische aanslagen in Parijs op 13 november 2015 bewezen ten overvloede nog eens de onmacht van een ‘nationale rechtstaat bureaucratie’ tegenover individuen die aangestuurd worden vanuit een internationaal en decentraal opererend ‘terroristisch netwerk’. Het is geen toeval dat Frankrijk opnieuw – na Charlie Hebdo – het doelwit is.

Frank van Empel voor Ecolutie

Er zijn kennelijk veel jongeren in Frankrijk die bereid zijn om hun eigen leven op het spel te zetten voor het avontuur van de terreur. Met name de tweede generatie immigranten voelt zich miskend, gemarginaliseerd en minderwaardig. Deze jongeren van Marokkaanse en Algerijnse komaf lopen op straat en worden genegeerd. Oude vrouwtjes steken angstig over, om een confrontatie uit de weg te gaan. Ze worden achtervolgd in supermarkten door winkelpersoneel en veiligheidsbeambten, omdat er blind vanuit gegaan wordt dat men hier te maken heeft met een potentiële klaploper en dief. Uitgespuwd door de samenleving, werkloos zonder inkomen, vaak ook nog zonder papieren, zonder diploma’s, melden zij zich bij een collectief dat strijdt voor de goede zaak, dat hen het gevoel geeft wel ergens bij te horen, dat hen warmte, veiligheid en erkenning geeft. Plus de optie van onsterfelijkheid, als martelaar. Syrië vormt voor vele van deze jongeren een magneet, zoals Spanje en Algerije, in de tijd van Albert Camus en Jean-Paul Sartre (zie: de wegen der vrijheid). Een gevoel voor romantiek trekt hen ten strijde, zonder zich te verplaatsen in de ongelovigen aan de andere kant. En Frankrijk is de gebeten hond.

Uit recente rapporten blijkt dat Frankrijk in absolute cijfers de belangrijkste leverancier is van Syriëstrijders. In september, bij de start van de aanvallen boven Syrië, maakte de Franse regering bekend dat er al 133 Franse staatsburgers om het leven waren gekomen bij de strijd in Syrië en Irak, en dat er nog bijna 500 aan het vechten waren. Maar het totale aantal jihadisten lag veel hoger. Met andere woorden: er waren veel geradicaliseerde Fransen die in eigen land konden toeslaan. Het Franse persagentschap AFP schreef eerder dit jaar al dat zeker 1.500 Fransen in het oog werden gehouden vanwege banden met terroristische netwerken. Nog eens 7.000 werden gevolgd omdat ze ‘op het slechte pad dreigden te belanden’. In januari waren er volgens een studie van het King’s College in Londen dubbel zoveel Fransen aangesloten bij Islamitische Staat als Britten of Duitsers. Of de aanslagen vanuit het kalifaat zelf uitgedacht en aangestuurd werden, daarvoor zijn geen bewijzen. Maar de band met Syrië en Irak blijkt duidelijk uit de persoonsbeschrijvingen in onder meer het Belgische dagblad de Standaard. Uit deze krant is de volgende analyse afkomstig, die antwoord geeft op de vraag: ‘waarom Frankrijk?’

‘De radicale islam lijkt een extra grote walging te voelen voor Frankrijk en zijn hoofdstad,’ haalt de Standaard de Franse journaliste Agnès Poirier in The Guardian aan. ‘De redenen zijn duidelijk: het stond aan de wieg van de Verlichting en de scheiding tussen Kerk en Staat. Frankrijk is een baken van vrijheid van meningsuiting en krachtige satire.’ Dat was de reden voor de aanslag op Charlie Hebdo die de Fransen eerder dit jaar al zo diep in hun ziel raakte.

Tegelijk heeft het seculiere hart van Europa al jaren alle moeite van de wereld om de islam een plaats te geven. Terwijl naar schatting 7 procent van de Franse bevolking moslim is, krijgt het opruiende Front National van Le Pen vrij baan. De uitzichtloosheid voor veel jongeren met buitenlandse wortels in de vaak troosteloze buitenwijken van Parijs is dan weer een vruchtbare bodem voor radicaliserende jongeren. Door vanuit België te opereren, onttrok een aantal daders zich aan de controle van de Franse veiligheidsdienst. Veelzeggend is de mededeling dat de Franse en Belgische veiligheidsdiensten zijn gaan samenwerken, teneinde de nog voortvluchtige dader(s) te vangen. Niet eerder, dus!

Volgens de door het Belgische weekblad Knack geїnterviewde antiterreur expert Peter Knoope [2] is het wereldwijd opereren van de terreur netwerken Al Quaeda en IS nieuw. ‘De globalisering, die begon met Christoffel Columbus, heeft zich de afgelopen 20 jaar met een enorme snelheid geïntensiveerd,’ aldus Knoope. ‘Het globale karakter van terrorisme is nooit eerder vertoond en is niet vergelijkbaar met eerdere golven. Het is als een waterbed. Je drukt het hier naar beneden en het komt aan de andere kant weer boven.’

Volgens Knoope moet dit probleem bij de wortel worden aangepakt. ‘De eerste stap,’ zegt hij, ‘is proberen te begrijpen waartegen mensen zich verzetten. Anders kun je geen alternatief bieden. De Islamitische Staat (IS) heeft een aantrekkingskracht in China, Indonesië, Pakistan, Afghanistan en in de Centraal-Aziatische republieken, tot en met Rusland, het Midden-Oosten en het Noord- en West-Afrika. Wat is daar de onderliggende stroom? Wat die mensen bindt is het gezamenlijke idee “we hebben iets om tegen te strijden”. Zolang we dat niet snappen, zolang wij er bommen bovenop blijven gooien en met geweld op het fenomeen antwoorden, zullen we het vraagstuk niet oplossen.’

De aantrekkingskracht van IS is groter dan die van de Franse verzorgingsstaat, of beter: het gebrek aan banen, inkomen, zorg en onderwijs, waarvoor de staat verantwoordelijk wordt gehouden. Wat voor radicaliserende jonge moslims opgaat, dat geldt in brede zin ook voor de overige werkenden en uitkeringsgerechtigden aan de rand van de armoede en zelfs voor bedrijven, maatschappelijke organisaties en allerlei andere samenwerkingsverbanden, die opereren in de schemerzone, die wachten tot hun tijd is gekomen om de straat op te gaan en de Democratische Staat, met zijn slecht functionerende centrale machtsorganen, wegvagen.

Flexibiliteit, snelheid, ambitie, authenticiteit, identiteit, creativiteit, bezieling, verbeelding, chaos, bandeloosheid, anarchisme en jeugdig elan winnen het uiteindelijk altijd van stroperigheid, traagheid, inertie, lusteloosheid, gemaaktheid, nietszeggendheid, dodelijke saaiheid, arrogantie, conformering aan wat anderen doen en vinden, na-aperij, gebrek aan fantasie, orde en gezag.[1] [3] ‘De belangrijkste crisis,’ beaamt hoogleraar Europese politiek aan de Universiteit van Oxford, Jan Zielonka, ‘heeft niet zo zeer betrekking op de sinds 2008 stagnerende economie, alswel op ontastbare fenomenen als cohesie, verbeelding en vertrouwen’.[2] [4]

Verzet tegen de macht die de gemeenschap via de staat uitoefent over het individu steekt van tijd tot tijd de kop op. Vooral in tijden waarin het individu zich in de steek gelaten voelt, gemarginaliseerd en genegeerd. De strijd tussen vrijheid en autoriteit is van alle tijden en na elke crisis van het systeem wordt dat systeem opnieuw – en anders – ingericht. De Democratische Staat bevindt zich in een aanhoudende crisis, die pas wordt opgelost als de door autoriteiten opgelegde orde wordt vervangen door zelforganisatie die spontaan leidt tot samenwerking en verbondenheid, omdat mensen het vechten beu zijn, omdat ze erachter komen dat de God die ze aanbidden, dezelfde God is als die van de anderen, dat ze allemaal werk en inkomen willen en een gezonde oude dag, ouders die van hen houden en kinderen om op te voeden in vrijheid en gelijkheid.[3] [5]

Ecolutie, November 2015


[1] [6] Martin Bakker & Frank van Empel, Allemaal Winnen, proefschrift april 2012, blz. 66-69.

[2] [6] Jan Zielonka, Is the EU doomed? Oolity Press, 2014.

[3] [6] Voor een alternatief sociaal-economisch model, zie het artikel Marokkaanse lessen [7].